Hoog in de boom
Taktische tips 2: Hoog in de boom
De taktische tips uit de vorige editie van het clubblad leverde zowaar diverse (mondelinge) reakties op van enkele leden.
Een goede reden om er mee door te gaan, dacht ik zo.
In de zomercompetitie mocht ik eindelijk weer eens tegen leden spelen die doorgaans in de C-groep bivakkeren.
Ik vind dat altijd heel gezellig en leuk, maar het valt me op dat er zo tegen je aan gekeken wordt: “Ja, maar jullie zijn zo goed” of “O jee, moeten we weer tegen die goeien spelen”.
Dank je de koekoek, we leggen heus een leuk kaartje daar in de A, maar toch heel vaak niet de juiste.
We rommelen meestal ook maar wat aan.
Toch zijn er wel degelijk verschillen en die zitten ‘m vaak op het taktische vlak.
Soms maak je het je zelf verschrikkelijk moeilijk, maar een van de aantrekkelijke kanten van bridge is ook om het de tegenstander moeilijk te maken.
Moet je maar eens zien wat er allemaal mis kan gaan als je een zogenaamde ‘goede’ bridger onder druk zet.
Ik zal dat eens illustreren door een avond lang aan dezelfde tafel te gaan zitten bij hetzelfde potje.
Noord is gever en Oost/West zijn kwetsbaar. We kijken eerst eens over de schouder van Oost:
Nou, da’s een mooie kaart: 18 punten en drie vierkaarten.
Hmm, wat open ik daar nou mee? Ah, Noord past, nou wat doen we?
Voor een 2-opening ben je te zwak, het is geen 1SA, ach, we doen gewoon de laagste vierkaart en je legt het 1Ru kaartje neer.
Zuid past en je partner biedt 1Sch. O, maar dat is mooi, daar hebben we er ook vier van.
Even kijken, partner belooft 6 punten en met onze 18, o nee 20, want ik mag nog 2 punten bijtellen voor de singleton, maakt dan 26 punten.
Ah, dat is een manche in schoppen. Tja, niet moeilijk doen dus: 4Sch. Iedereen past verder.
Noord komt met ♣A uit, je legt je kaarten neer en ziet je partner zonder centje pijn 11 schoppen slagen bij elkaar rapen.
Prachtig, dat is goed afgelopen. Ik denk dat iedereen die een paar jaar speelt dit wel goed moet kunnen doen.
Taktische tip 3: Als vast staat dat je een troefkontrakt gaat spelen en je hebt voldoende troeven dan mag je voor een doubleton 1 punt extra rekenen, voor een singleton 2 en voor een renonce 3.
Dat staat in zowat elk bridgeboekje, maar het wordt toch nog vaak vergeten.
We schuiven een stoeltje door en gaan het volgende potje lekker spieken bij Zuid; daar is het armoede troef:
6 punten en zo’n ellendige 4-3-3-3 verdeling waar je helemaal niks aan hebt.
Partner opent 3Kl, oei wat was dat ook al weer? O ja, een lange klaveren kaart en verder geen moer.
Drie slagen minder dan je biedt. Oost kijkt intussen heel moeilijk, zucht nog eens en legt tenslotte doublet.
Je zucht van armoede ook maar eens en past: we hebben toch niks.
West haalt zijn schouders op en biedt 3Sch, wat door zijn partner wordt verhoogd tot 4Sch.
Even later hebben OW weer eens 11 slagen. Maakt dus niks uit met de vorige spelers?
Het resultaat niet nee, maar OW hebben het een stuk moeilijker gehad.
Toch valt er op het bieden van Zuid wel iets af te dingen.
Partner opent preëmptief, heeft dus geen opening, zeg 9 punten.
Dat betekent dat de tegenstander dus zo’n 25 punten heeft en zeer waarschijnlijk wel een manche kan halen.
Grappig genoeg ben je op dit moment de enige aan tafel die dat weet.
Partner heeft geen flauw benul van je kaart en de tegenstander weet nog niet hoeveel punten ze samen hebben.
Ze zijn echter al aardig op het goede spoor en dat kunnen ze alsnog kwijtraken als je bijvoorbeeld direct 4Kl biedt (je hebt een slag mee tenslotte).
Taktische tip 4: Zelfs als je een rotkaart hebt met weinig punten en een waardeloze verdeling, kun je toch de enige zijn die weet hoe het spel zit.
Zo kun je toch nog een goed resultaat halen. Zaak is wel om goed op te blijven letten.
Nou, we gaan het volgende spel maar eens bij Noord kijken, want die heeft blijkbaar een spectaculaire kaart:
Inderdaad, een hartstikke preëmptieve opening in Klaveren.
Deze Noord legt ook 3Kl neer.
Oost schuifelt weer wat ongemakkelijk en biedt doublet.
Partner kijkt eens goed in zijn kaart en biedt 4Kl.
West zit een tijd te piekeren en te piekeren en besluit uiteindelijk tot 4Sch.
Ondertussen heb je als Noord goed nagedacht: je hebt 7 slagen, partner belooft er eentje, dus 5 klaveren gaat 3 down.
Gedoubleerd niet-kwetsbaar is dat -500. Als ze kwetsbaar 4Sch maken, dan halen wij -620. Je biedt dus enthousiast 5Kl.
Oost denkt echter niet lang na en biedt 5Sch. Het resultaat ken je, nog steeds hetzelfde, maar het was wel een moeilijke bevalling voor OW.
Goed gedaan van NZ dus? Nou, een puntje van kritiek is er wel.
Het idee van een preëmptieve opening is dat je direct aangeeft wat je hebt en dan is het wel heel raar om na een 3Kl toch nog zelf 5Kl op te hoesten.
Het is niet alleen raar, het is zelfs ongelooflijk slecht.
Oost heeft inmiddels alle informatie die hij nodig heeft om te beslissen of ze 5Sch kunnen halen of dat 5Kl gedoubleerd moet worden.
Taktische tip 5: Als je zelf preëmptief opent, vertel dan in één keer je hand, en biedt dan later nooit bij.
Laat dat aan je partner over, die weet het allerbeste wat er aan de hand is.
Tenslotte gaat de schijnwerper op West:
7 punten, vijfkaart Schoppen, vierkaart Ruiten.
Kon beter, maar wie weet heeft partner wat.
Noord legt het stopkaartje en vervolgens 4Kl! Oeps, da’s hoog!
Partner biedt na lang nadenken doublet. Zuid verhoogt naar 5Kl en nou mogen wij.
Partner heeft een ruime opening en heeft vermoedelijk wel iets in de drie andere kleuren dan Klaveren.
4Sch zitten er met een beetje mazzel wel in, maar 5?
We hebben samen zeker 20 punten, dus 5Kl gaan de tegenstanders vast niet halen.
Doubleren dus maar? Wie zal het zeggen? Maar dan gaat partner nooit meer raden dat ik Schoppen heb.
Wij weten inmiddels dat het 5Sch moet zijn, en als-ie zijn dag heeft, biedt West dat misschien wel.
Maar de tegenstanders hebben het ze wel verschrikkelijk moeilijk gemaakt. 5Kl gaat inderdaad 3 down:
Noord telt 7 (troef)slagen, niet-kwetsbaar tel je er 3 bij en biedt je dus 4Kl.
Zuid kan op grond van die bieding zien dat OW in de manche moeten zitten, heeft 1 slag en klaveren mee en biedt dus 5Kl.
Nu weet West wel welke kleur het moet zijn, maar hij weet niet of Oost voldoende sterk is.
Oost weet wel dat hij voldoende sterk is, maar heeft geen idee van de kleur.
Alle ingrediënten voor een verkeerde bieding van Oost of West zijn aanwezig.
Taktische tip 6: Durf hoog te bieden als je zwak bent en als dat geen misverstanden op kan leveren bij de partner.
Geef de tegenstander geen biedruimte om rustig informatie uit te wisselen.