Côte d'Azur voorjaar 2003

Heenreis

Omdat de zon in Bretagne maar niet in mei wilde schijnen, moesten we ons doel voor de eerste lange camperreis met de eigen camper een stuk zuidelijker zoeken. Als we Weer Online moesten geloven, zou het aan de Cote d'Azur prachtig weer worden. Na de zwemles togen we dus zuidwaarts, onder gezang van Urbanus' onvolprezen Kodazuur. De regen bracht ons vooralsnog niet in vakantiestemming, hoewel het uitzicht op zonneschijn wel de moed er in hield. Na Luik staat tot Luxemburg meer dan 100 km lang geen benzinestation. Ai, daar hadden we even niet op gerekend. Het was kritisch of we Luxemburg zouden halen en met de blik op de benzinemeter gericht kozen we voor de ons bekende stad Arlon. Was daar niet ergens een benzinestation vlak na de afslag? Eh, nee dus, dat was een of ander wegrestaurant. Voor ons gevoel met het laatste litertje diesel vonden we in de richting van het centrum dan toch de zo begeerde tankplaats. Het bleek niet helemaal het laatste litertje te zijn, maar veel schelen deed het niet. Even een leermoment zullen we maar zeggen. Het deed ons overigens toch een beetje goed dat voor het eerste tankstation in Luxemburg gigantische rijen stonden.

Ondanks de zware regenbuien schoten we lekker op. Onze camper blijkt prima te rijden op de snelweg. We haalden nog altijd gemakkelijk 120, 130 km per uur. De pauzes zijn ook een stuk gemakkelijker. Op de parkeerplaats hoeft geen restaurant of zo te zijn, want we hebben alles bij de hand, inclusief regenjack en speelgoed. Al met al was het rijden best wel vermoeiend en we besloten het bij
Beaune te laten. Daar lag een camping bij het centrum van de stad. Komend van de grote weg krijg je eerst letterlijk een rondleiding voordat je bij de camping Camping Municipale Cent Vignes arriveert. Niet echt handig dus. Er was genoeg plaats hoewel het aardig druk begon te worden. Toen na verkenning bleek dat er zelfs een restaurant was, was de etenskeuze snel gemaakt. En het was een goede keuze. Je kunt in die simpele Franse restaurantjes soms geweldig goed eten, en dit was zo'n restaurantje. Je kon merken dat we in Bourgondië waren. 's Avonds liep de camping behoorlijk vol. Bijna allemaal mensen op doorreis, maar daar is de camping dan ook ideaal voor.

La Londe

Beaune lag net onder de regengrens. We hielden het dus goed droog en begonnen zelfs op te warmen. Bij vertrek van de camping bleek dat je er op een eenvoudige manier vanaf de grote weg kunt komen, mits je de afslag Beaune-St.Nicolas neemt. Dat scheelt een hoop gedraai. Het werd een prachtige dag met veel zon, dus we konden onderweg uitgebreid picknicken. We besloten ten oosten van Toulon te landen, en dat werd uiteindelijk La Londe les Maures.

De camping
Le Pansard lag prachtig aan zee, met tegen de zon en wind beschutte plekken. Het semi-zandstrandje werd voornamelijk gebruikt door surfers. Dat was wel begrijpelijk want het waaide behoorlijk hard. Het sanitair bleek tegen te vallen, het was eigenlijk waardeloos. Elke probeerde voor het eerst de befaamde Franse hurktoiletten. Dat leverde vooralsnog een nat hemd, een natte onderbroek en een natte broek op, dus dat experiment was minder geslaagd te noemen. En kijk, dan is het toch handig dat je je eigen sanitair bij je hebt. Ik geef het niet graag toe, maar toch. De volgende dag hielden we rustdag en verkenden we La Londe. Een typisch plaatsje waar je gerust een dag kunt doorbrengen om vast te stellen dat er niets te doen is.

St. Tropez

De dag daarop gingen we langs de azuren kust rijden. Wat een drukte! Wat een bochten! Maar gelukkig zijn er ook wel mooie dingen, zoals de Corniche des Maures. En ja, als je dan toch in de buurt bent, dan ga je natuurlijk naar St. Tropez. Toch? Hoewel! Dat vonden meer mensen. En die passen niet allemaal tegelijk in het opvallend kleine plaatsje. Het ligt dan ook nog knap onhandig op een soort schiereiland en dat betekent dus een kilometer of tien file rijden. Allemaal niet erg, maar als ze dan alle parkeerplaatsen met een taktische slagboom afsluiten zodat alle auto's boven de 180cm er niet langs kunnen, dan wordt het pas echt vervelend. Blijkbaar hebben teveel mensen misbruik gemaakt van die parkeerplaatsen om te overnachten. Dus hebben we St. Tropez gezien? Jawel hoor, vanuit de camper. Tijd zat om in de file alles te bekijken. En was het leuk? Nou nee, zo snel mogelijk vergeten. Bij Ste. Maxime konden we langs de weg lunchen en van het uitzicht genieten op St. Tropez en de miljoenen jachten die daar liggen (het kunnen er ook een paar minder zijn). Uiteindelijk belandden we in Fréjus op de camping Les Pins Parasols. Compleet met zwembad en Nederlanders. Elke had direct wat gelijktalige vriendinnetjes, dat vond ze wel genieten.

Fréjus

Het eerste krasje doet altijd het meeste pijn. Bij het wegrijden op de camping moesten we een scherpe dalende bocht maken. Marjan's rekenmachientje werkte nog niet helemaal op volle toeren en ik dacht dat dat stenen muurtje geen probleem zou zijn. Affijn, de voorbumper hing er wat zielig bij na een gekraak dat vooral door òns merg en been ging. Een handige buurman had al snel door dat ik net zo handig ben als ik er uit zie en bracht wat plastic clipjes aan waarmee de rest van de vakantie in ieder geval gereden kon worden.

Fréjus bleek een hele mooie plaats te zijn. Wel met dezelfde parkeerperikelen als elders, maar we vonden een mooi plekje langs de Romeinse arena. Er waren zowiezo veel Romeinse resten te zien. Nog een stukkie muur, een oud aquaduct en een theater. Zeer de moeite waard, een echte opsteker na het rampje van die ochtend.

Na het niet bijster interessante St. Raphael reden we langs misschien wel het hoogtepunt van de vakantie: de
Corniche de l'Esterel. Ze kijken hier niet op een bochtje meer of minder, ook niet op een plaatsje meer of minder trouwens. Het is een gevecht om de beperkte ruimte. Maar de kliffen, de kleuren en het uitzicht waren bij vlagen adembenemend. Daarna deden we een strookje badplaatsen: Cannes, Golfe-Juan, Juan-les-Pins en tenslotte Antibes. Allemaal roemrucht, allemaal druk en allemaal voor hun doen waarschijnlijk best rustig.

Antibes

Antibes werd uiteindelijk onze pleisterplaats voor een paar dagen. Op de camping Le Rossignol was er een Nederlands vriendinnetje voor Elke (Ankie), een zwembad en een leuke stadje in de buurt. De eerste dag hebben we heerlijk uitgerust en zelfs even in het zwembad gezwommen. Dat zwembad was trouwens tussen twaalf en twee net als alle winkels gesloten, zoals wij konden constateren toen we daar om vijf over twaalf opgewekt in badkleding arriveerden.

De tweede dag bezochten we de stad Antibes zelf. Het was een half uur lopen, maar wat is dat een leuk plaatsje! Wel toeristisch natuurlijk, maar het heeft een behoorlijk groot centrum met een hoop steegjes en een paar pleintjes. Beregezellig. We aten uitgebreid op één van de pleintjes. Je betaalt er wel wat meer voor, maar wat een vakantiegevoel. We hadden ook nog een paar mooie jachtjes uitgekozen uit de haven, maar die schijnen nog een klasse duurder te zijn dan onze camper.

St. Paul de Vence en Gourdon

We hadden eigenlijk nog niet veel van het binnenland gezien, dus dat leek ons de laatste echte dag wel wat. Nou, voor de drukte hoef je het niet te doen, dat is daar niet minder dan aan de kust. Overal staan (luxe) huizen, voorzien van oranje dakpannen en blauwe zwembaden. Wel een kleurrijk gezicht, maar heel vrolijk word je er niet van. Onze eerste bestemming was Vence, maar we maakten in de file er naar toe maar rechtsomkeert. Een goede beslissing, want het plaatsje daarna, St. Paul de Vence, bleek een juweeltje. Busladingen vol toeristen, maar dan heb je ook wat. Een mooi oud vestingstadje op een prachtig hoge lokatie, helemaal binnen de muren en slechts voorzien van talloze smalle steegjes. En honderden toeristenwinkeltjes. Erg sfeervol, en de zon droeg zeker zijn steentje bij.

Via de mooie
Gorges du Loup kwamen we bij het vestingstadje Gourdon. Dat was veel kleiner en ook iets rustiger. Niet zo rustig als die keer in november dat Marjan er was geweest. Toen kon je naar haar zeggen gewoon het dorp inrijden om te parkeren. Daar hoefde je nu echt niet aan te denken. In Grasse kregen we een volledige rondleiding dankzij een heel apart aangelegde rondweg. Gezien de hoogteverschillen in de stad, zal het wel niet anders gekund hebben, maar volgens mij hebben we elke steen gezien. Niet de beroerdste stad overigens. Uiteindelijk arriveerden we in Montauroux waar het sanitair op de camping Les Floralies ongeveer uit de Romeinse tijd stamt. Arme Romeinen.

Terugreis

De terugreis liep voorspoedig, de plastic clipjes weerstonden ook hoge snelheden en zodoende waren we best vroeg in Beaune. Maar ja, mooi weer, restaurant op de camping, dus we hebben het stadje zelf nog steeds niet gezien. Voor het eten hoeft dat ook echt niet, het was nog steeds voortreffelijk.

Op de tweede etappe naar huis hadden we aanzienlijk beter weer dan op de heenweg. En dankzij een iets betere tankstation-planning hoefden we ook minder te rijden. We waren dus niet al te laat thuis. We hebben echt genoten van onze zonne-injectie. Het weekje is ons prima gevallen en voor herhaling vatbaar. En de camperbumper? Die was twee weken later weer prima in orde, na een klein kuurtje bij de garage.